Dag 11: maandag 30 juli 2018

Vandaag staat Death Valley op het programma. We vertrekken rond 9.30 vanuit Lone Pine en nemen de CA-395 een klein stukje richting het Zuiden tot de kruising met de CA-136. Deze gaat over in de CA-190, de Death Valley Scenic ByWay. Nog voor Panamint Springs stoppen we langs de weg om een stukje door het droge, harde zand en de struikjes te lopen. Het is al behoorlijk warm, rond de 38 graden Celsius. We lopen een klein rondje en zien een kleine leguaan. We stappen in de auto en vervolgen onze weg op de Death Valley Scenic ByWay. Vlak voor Father Crowley Overlook heb je een mooi uitzichtpunt waar we even stoppen. Je kijkt hier op een hele mooie canyon en door de spleten heen zie je een klein stukje van Death Valley.

We rijden weer verder richting het Oosten over de Panamint Range. Het landschap in Death Valley is erg gevarieerd. Verschillende kleuren gesteende, samengeperste lagen zand met stenen, uitgesleten canyons, woenstijngronden, etc. We stoppen bij Stovepipe Wells. Hier zijn 2 winkels, een saloon en een tankstation. We stoppen met name om te ervaren hoe warm 45 graden Celsius voelt... Snel een van de winkeltjes in om af te koelen :-). Bij de Mesquite Sand Dunes maken we weer even een korte stop. Het is inmiddels echt heet, zo'n 47 graden Celsius, dus we houden het bij een kort rondje. Vanuit de Sand Dunes door naar Furnace Creek waar we de afslag nemen richting Badwater. Badwater is het laagste punt van Amerika, 85,5 meter onder NAP. Aan de rots hangt op NAP niveau een bordje "sealevel". Het is ondertussen ongeveer 13.45 en zo'n 49 graden Celsius. Bij het begin van het pad over de zoutvlakte staat een bord dat waarschuwt voor extreme hitte en adviseert vooral niet na 10 uur 's ochtends de zoutvlakte op te gaan. Ons tijdstip is dus een uitstekende keuze voor een wandelingetje over de zoutvlakte. We lopen niet helemaal door tot het einde van het pad, het is echt te heet. Je ogen voelen droog aan door de hitte en de wind brengt alleen maar nog meer hitte in plaats van verkoeling. We maken nog een laatste stop bij Golden Canyon. Hier kun je een stuk tussen de rotsen doorlopen. Caspar en Thijmen willen liever in de airco in de auto blijven zitten (we hebben inmiddels de 51 graden Celsius aangetikt, dus die airco is best te begrijpen ;-)), dus lopen Jan Jaap en Susanne met z'n tweeën een klein stukje de canyon in. Ook dit is weer heel mooi. Het pad loopt nog 2 km verder maar dat houden we voor gezien. Terug bij de auto rijden we via de State Line en Bell Vista Road via Pahrump naar Las Vegas.

Ons hotel, het Stratosphere hotel, is van een afstand al makkelijk te vinden door de grote toren. We rijden een groot stuk over The Strip tussen alle bling bling door. Het is echt super druk op de weg en om ons heen. We checken in, kamer 23.033 op de 23e verdieping. Eerst even afkoelen in het zwembad op de 8e. Dit is een vrij groot zwembad met ligbedden er omheen, een bar en natuurlijk lifeguards. Als het zwembad sluit om 19.00 kleden we ons om en gaan de stad in. In het donker valt de bling bling nog veel meer op. Het is ook druk op straat. We lopen tot het Ceasar Palace. Onderweg eten we nog wat bij de foodcourt. Vanaf het Ceaser Palace nemen we een Uber terug naar het hotel.